Mispel (Hundsärsch)
De populaire naam hondekont voor de vrucht van de mispel is vrij gemakkelijk te begrijpen als je hem ziet.
De mispel behoort tot de rozenfamilie en is via de Romeinen naar ons in Saarland gekomen, waar hij eerst in kloostertuinen groeide en uiteindelijk verwilderde.
Hij lijkt op een mengeling van appel en kweepeer, maar is iets kleiner. De smaak van de mispel is aangenaam zoet en zuur, het vruchtvlees sappig. Hij is rijk aan vitaminen en vezels en dus niet alleen lekker, maar ook gezond.
De harde vruchten zijn pas echt eetbaar na de vorst, waardoor de oogst wordt uitgesteld tot de late herfst. Dan worden ze gekookt tot smakelijke gelei en geraffineerd tot likeur of vruchtenbrandewijn - bijvoorbeeld door de distilleerderij van edelfruit Johann Monter. In de moderne keuken worden ze steeds vaker gebruikt in chutneys, desserts en hartige gerechten.